Een gouden formule!

Een gouden formule!
Chadiedja Buijs (27) woont en werkt in Amsterdam en is sinds een aantal jaar zelfstandig ondernemer binnen de culturele sector. Naast haar taak als cultuurverkenner in Nieuw West, werkt zij momenteel als projectleider en coördinator voor Adelheid+Zina en festival Read My World. Voor Cultureon online ging redacteur Imke van Herk met haar in gesprek om te vragen naar haar drijfveren en meer te horen over het project ‘ROC en Adoptie’.
Hé Chadiedja, wij kennen elkaar van een samenwerking bij de Tekstsmederij, maar waarom heb jij er ooit voor gekozen om voor de cultuursector te werken?
Ik heb van jongs af aan affiniteit gehad met kunst, theater en muziek. Dat komt door mijn opvoeding, maar ook door de mensen om mij heen. Ik wilde aanvankelijk ook graag iets met kunst studeren, maar ben begonnen met een studie filosofie en humanistiek. Tussendoor heb ik wel baantjes gehad in de culturele sector om daar te kunnen zijn. Ik voelde me in heel veel gevallen verbonden; Hier liggen oplossingen, ik kan mezelf hier terugvinden, hier vindt schuring plaats. Ik leerde mezelf steeds meer aan en mijn masterscriptie ging uiteindelijk ook over kunst. Alles bij elkaar heeft het ervoor gezorgd dat ik vrij organisch het veld ben ingerold.
Kun je wat vertellen over de organisaties voor wie je nu werkt?
Twee jaar geleden ben ik als projectleider begonnen bij Adelheid+Zina, een theatercollectief en cultureel platform ineen. Ze werken met de ‘adoptiemethodiek’ en verbinden de mensen en de verschillenden wijken, door hiërarchieën heen en langs werelden door. Dat is een manier van werken die bij mij past.
Voor Read My World, een internationaal literatuurfestival, ben ik coördinator en redacteur. We produceren ieder jaar een festival voor een bepaalde regio in de wereld, samen met schrijvers en makers uit die gebieden. Zij bepalen mee in de programmering waardoor er een line-up ontstaat die buiten de mainstream valt. Dit jaar is er iets meer introspectie want we gaan het hebben over Europa.
Dan werk ik tot slot nog als cultuurverkenner vanuit het AFK in Amsterdam Nieuw West. Een functie die me meer inzichten geeft in het fonds en leert over de beleidskant. Dat vind ik heel tof omdat het me een overkoepelende context biedt voor de hele sector en hoe die in elkaar zit m.b.t. de regelingen.
Je vertelde me laatst kort iets over een project waarin je samenwerkt met leerlingen uit het ROC. Waar ging dat precies over?
Adelheid+Zina heeft met ‘ROC en Adoptie’ een samenwerking met het ROC in Amsterdam . Hierin verbinden wij vierdejaars MBO leerlingen Analist-Laborant aan verschillende bestuursleden uit de culturele sector. Gedurende een semester krijgen zij de opdracht om elkaar in ieder geval vijf keer te ontmoeten, hiervan moeten ze twee keer samen eten en drie keer moet er een andere activiteit aan verbonden zijn die te maken heeft met het werkveld. Dit kan het bijwonen van een vergadering zijn, een bezoek aan een voorstelling, een netwerkborrel etc. Het gaat erom dat het bestuurslid contact onderhoudt met de leerling en andersom om zo te leren van elkaars wereld en leefomgeving. We beginnen zo’n project met een gezamenlijke kick-off en daarna gaan de leerlingen zelfstandig uiteen. Een super toffe, spannende, maar zeker gouden formule!
Het begint vaak met wederzijdse verlegenheid en eindigt met hele waardevolle contacten en ontdekkingen over elkaar en over zichzelf en het werk wat ze doen. Het is ook voor mezelf een les dat het goed is om vaker contact te maken buiten mijn bekende eigen kring en te horen hoe de leefomgeving van een zestienjarige leerling analist laborant er uit ziet. Ik dacht dat ik enigszins verbonden was, maar ook ik moet tijdens zo’n gesprek met een leerling best wel schakelen.
Wat voor soort bestuursleden doen hieraan mee?
We hebben drie bestuursleden vanuit Adelheid+Zina bereid gevonden, en daarnaast zijn het mensen die op verschillende andere plekkenwerken; iemand van Avion, een lid van een cultureel consultatiebedrijf, mensen vanuit Theater Bellevue en Schouwburg Amstelveen, leden uit de raad van toezicht van ITA, iemand uit de reclamewereld, en meer.
Is er na die zes maanden een vervolg of houdt het dan op?
We hebben in principe na afloop van het semester een gezamenlijke afsluiting, maar soms is de klik tussen beiden zo groot dat je ziet dat mensen nog contact houden. Het is een uiteindelijk bedoeld als tijdelijk adoptie die ze naar eigen belang door kunnen zetten.
Hoe zijn de reacties vanuit de leerlingen?
Heel goed! De afgelopen maanden waren best pittig omdat het hele concept gebouwd is op de fysieke ontmoeting; ergens heen gaan, iets zien en beleven van iemands wereld. We hebben geprobeerd dat enigszins te faciliteren tijdens de lock-down, maar dat was een uitdaging. De voorgaande groepen hebben het in ieder geval heel positief ervaren.
Ik zat naast Adelheid tijdens een afsluiting, toen een van de leerlingen haar vroeg; ‘Mag ik dan nu bij jou in adoptie?’ En hoe druk ze het ook heeft, ze zei ja. De bestuursleden hebben datzelfde gevoel. Het is in eerste instantie best een brutale vraag, maar ze zeggen bijna nooit nee. Ze moeten over een drempel heen maar je ziet iets bij open gaan. Het is ook voor hen een unieke kans; ze hadden dergelijke gesprekken met jongeren anders nooit kunnen voeren.
Maar zo brutaal is die vraag toch niet? Dit zou toch dé oplossing om de connectie te leggen tussen twee generaties kunnen. Waarom gebeurt dit niet op meer plekken?
Het is blijkbaar toch iets moeilijks. Het gaat om een bepaalde soort gastvrijheid in jouw zíjn. Het lijkt alsof we daar tegenwoordig minder over beslissen. Als ik bij jou ‘aanklop’ moet jij de beslissing nemen om te zeggen: ‘kom binnen’. Dat vergt moed. Maar, for sure, iedereen zou dit moeten doen. Je neemt mensen mee in een stukje van jouw carrière en brengt onbewust zoveel kennis over, alleen al door terloops wat vaktermen te gebruiken; Want wat is een curator? Wat gebeurt er in een debatcentrum? Wat zeg je allemaal? Leg het ze maar eens uit.
Wordt dit project ook ergens geëtaleerd?
We hebben een nieuwsbrief waarin we er over vertellen, maar verder gaat het daar intrinsiek niet over.
Maar het zou zo’n mooi voorbeeld zijn voor andere instellingen. Het is eigenlijk zo simpel. Heb jij een idee over hoe we die gastvrijheid in de toekomst kunnen verbeteren?
Volgens mij hebben we best wel een fijne en goede existentiële crisis op dit moment. Er gebeuren belangrijke dingen in het toch wel witte veld. Ik hoop eigenlijk dat we hier nog even in blijven, dat we er niet “te makkelijk” van af komen. Ik heb vaak genoeg op plekken gezeten waar ik het gevoel had dat er dankzij mijn medewerking een ‘hokje’ kon worden afgevinkt. Dat doe ik niet meer. Voor mijn gevoel komen er nu wel wat veranderingen.. Ik ben best wel boos geweest de afgelopen tijd, maar heb vertrouwen in mezelf, in de mensen met wie ik werk en in het werk dat ik doe. Ik voel me gezegend om dat te mogen doen wat ik nu doe. Ik vind dat op zichzelf al een gigantische verrijking voor mijzelf en mijn kijk op de wereld.
Heb je verder nog wat nodig om dit te kunnen blijven doen?
Geld, haha! En zeggenschap. Maar ik maak geen plannen meer ver vooruit. Ik werk vanuit visie, maar neem de vrijheid en ruimte om mijn pad verder ook te kunnen laten ontstaan. Ik hoop dat ik in Amsterdam mag blijven en nog even door kan met wat ik zou willen doen. Ergens is er de droom om ooit een eigen platform of cultureel huis op te zetten. Maar dat is voor op de lange termijn!
Fotografie: © Leendert Vooijce