.
datum 07 mei 2020 geplaatst door Imke van Herk

Hoe gaan we straks weer open Johan Boonekamp?

 

Waar de een vanuit huis zijn of haar baan zo goed en zo kwaad mogelijk probeert door te laten gaan, hebben de medewerkers van Theater de Hanzehof sinds de crisis een hele nieuwe functie en het gebouw een andere bestemming toebedeeld gekregen... We spraken onlangs interim directeur Johan Boonekamp.

Wat is de huidige situatie binnen jullie organisatie?
Alles is al weken dicht, zowel voor theater als voor de concerten, en een groot deel van het personeel zit thuis. Toch is het voor ons kantoor drukker dan ooit; We werken vanuit het steeds veranderende scenario. Onze digitale kaartverkoop moet straks klaar staan en er wordt een compleet nieuwe website gebouwd. Maar we houden rekening met deze tijd.

Het tweede aspect waar we hard mee bezig zijn geldt vanuit thematiek: Hoe behouden we het podium voor de stad. We zijn in samenwerking met de lokale omroep een themakanaal gestart: Samen voor Zutphen. De zalen zijn als opnamestudio’s ingericht en de mensen van kantoor zijn redactiemedewerker geworden. Dat geeft enorme heisa; de dynamiek van theater heeft immers een heel ander tempo. Een kanaal vraagt om opnametijden, live aspecten. Dan moet er doorgewerkt worden om binnen 10 minuten in de lucht te kunnen zijn. Dat is best lastig. Met elkaar vragen we ons af hoe we naar de toekomst willen kijken: Hoe willen we onze positie behouden? Hoe willen we in de stad in beeld blijven? Het is leuk om bijvoorbeeld de theatertoren te verlichten met een opbeurende tekst. Maar we willen relevant blijven en daarom is dat themakanaal er! Alles gaat nu met gesloten beurs. Wij zijn een betaalde organisatie, maar de lokale omroep werkt met vrijwilligers. Die vragen om hun waardering. De derde partij die we hebben betrokken is een commercieel mediabedrijf, het zijn adviseurs van de omroep, met hen hebben we het ondertussen wel over verdienmodellen en onze redactie moet daar mee om leren gaan; Het draait hier om maatschappelijke relevantie en tegelijkertijd ook hoe creëren we nú omzet? Het is geen theaterwerk meer, je verliest een stukje van je profiel en het geeft de nodige spanningen, maar laten we ons leegstaande pand inzetten!

We hebben met de gemeente gepraat over hoe we de regelgeving van het RIVM moeten hanteren; We zijn nu een studio: hoe deed DWDD dat? Dat was even schakelen en technisch ingewikkeld. De mensen van de horeca lopen nu als schoonmakers door het gebouw. Het gaat over het afstemmen van wie waar over gaat en wie welke rol nu speelt.

Ik zie in deze samenwerking een mooi voorbeeld van hoe cultuur en media direct met elkaar kunnen samenwerken en dat is tegelijkertijd rete-spannend. Ik geloof erin dat dit voor de lokale theaters één van de cruxen is om de maatschappelijke relevantie in je eigen plaats te behouden. Het publiek is in hun hoofd nu niet met theater bezig en dat is gevaarlijk! Dan verlies je langzaam je publiek als je geen connectie houdt. We draaien als theater zijnde nu verschrikkelijk de min in, we kunnen het nog een paar maanden volhouden, maar het is eindig. Als je dan niet meer op het netvlies van de bevolking staat, komen er andere problemen opdoemen!

Hoe ervaar jij de situatie vanuit jouw functie?
Ik vind mijn interim-directeurschap op dit moment ingewikkeld en doodvermoeiend. Ik bel en Zoom me drie slagen in de rondte. Ik zit op afstand thuis en voel niet wat de mensen op de redactie en in het theater voelen. Ik stel me nu daarom heel kwetsbaar op, kom er voor uit dat ik het niet altijd weet en vraag het personeel om hulp bij het aangeven van hun grenzen. Dat is een soort ‘spelen met’ je onderbuikgevoel. 

Ik begon eerst vanuit een kramp en ging veel berichten schrijven. Nu maak ik alleen maar filmpjes. Het gaat om aandacht genereren en aandacht en geven!

De vrijwilligers krijgen een bos bloemen toegestuurd, het gaat om de kleine dingen die je nu kunt doen. Je moet op afstand de energie erin zien te krijgen. Onze algemeen bedrijfsleider is wel op locatie, dat is heel fijn. 

Het thuiswerken trekt bovendien een wissel op je gezin; Je bent er en toch niet. Dat moet je goed met elkaar afstemmen. Ik ben blij om straks een zomerstop te kunnen maken. Daar kiezen we nu heel bewust voor. Deze hele situatie vraagt zoveel energie. We hebben voor sommige personeelsleden in feite te maken met bored-outs, en ik kan ze niks bieden… 

Hoe gaan jullie straks weer open?
Met een knal! Daar moeten we iets geks in bedenken. We weten nu nog niet hoe, maar ik vind dat we de hele gemeenschap op de hak moeten durven nemen! De foyer is net verbouwd, als de anderhalve meter geldt kunnen we bovendien zo’n 35 flexplekken creëren. Kom naar het theater, de horeca is aanwezig! Zodra de voorstellingen weer door mogen gaan, moeten we dat fysiek oefenen: Hoe ontvangen we straks ons publiek? Onze looproutes zijn veranderd en bedacht op grote stromen mensen. Dat gaat nu niet.  Het gaat ook over ontmoeting. Daar zijn we creatief over aan het nadenken en dat wordt beïnvloed door iedere nieuwe persconferentie, maar we blijven hoopvol. Dat opengaan met een knal en optimisme kan overigens niet zonder de makers, wij blijven slechts de faciliterende partij, we zijn niemand zonder hen!

Zie je kansen in de crisis?
Ik zie het als een kans dat een team zich kan versterken en er op menselijke maat voor elkaar wil zijn. Onze mensen lijken beter een hulpvraag te durven stellen. We hebben sinds kort een (online) vrijdagmiddagborrel. Dan laten collega’s ineens hun huis even aan elkaar zien en betrek je hen net even wat persoonlijker. 

Daarnaast hebben we het personeel gevraagd wie er zelf kan iets kan maken en dat podium nu wil pakken. De creativiteit van onze eigen mensen wordt zo getriggerd. Een meisje vanuit de horeca heeft al opgetreden, een technicus volgt binnenkort met zijn band. Dat zijn kansen! 

Wat heb je nodig nu en straks?
Een veilige omgeving. Naast dat we het er in Nederland over hebben wat het betekent voor de economie en de zorg, hebben we het besef nodig dat de ontspanning momenteel vanuit de kunsten komt; Denk maar eens aan al die muziek die we luisteren. We hebben de makers nodig! Zij hebben een veilige context en podia nodig om te kunnen blijven creëren. De enige die ons dat kan bieden is de politiek. Dat gaat enerzijds over geld, maar ook over de publieke opinie: hoe belangrijk vinden we het dat het voorzieningsniveau rondom theaters en muziekpodia blijft? Die discussie vindt nu nog te veel plaats vanuit financieel perspectief, maar op dit moment is dat wel logisch, het is enorm spannend.

We moeten onszelf opnieuw uitvinden in onze positie binnen de lokale maatschappij. Niet alleen als distribueerder van het aanbod maar ook van datgene wat er lokaal gemaakt wordt. Onze positie zou daarin veel belangrijker mogen worden. Dat betekent dat de kwaliteit soms anders zal zijn, maar het is voor de zingeving van de bevolking zo’n belangrijke uitlaatklep. De verhuringen gaan misschien wel de core-business worden. We zijn het platform waar je iets kunt zien of meemaken wat je in je eigen huiskamer niet binnen kunnen hengelen, je moet dit ervaren/meemaken. Dat betekent iets voor de zeggingskracht van de stad. Misschien moeten we de functie van het productiehuis nog belangrijker maken. 

Van wie zou jij nu iets willen horen?
Wij zijn een theater dat gesteund wordt door de gemeente, maar we zijn geen gemeentelijke organisatie. Rob van Wijk is directeur van Theater De Stoep, een instelling van de gemeente.  Zij hebben vooralsnog geen probleem. Ik wil hem graag spreken over hoe hij dit ervaart. Hoe gaat zijn personeel er mee om? Zou deze hele situatie wellicht een omgekeerde beweging kunnen veroorzaken? Niet privatiseren maar weer terug de gemeente in…